Twee Steden-wandeltocht, Franeker
Zaterdag 29 februari 2020
Dit keer voor mij geen wereldreis. Franeker is lekker dichtbij (55 autominuten).
Mijn paspoort moest wel weer mee, want West-Friesland ligt aan de andere kant van de dijk.
Ik had wind mee en was dus lekker vroeg in de kantine van sporthal De Trije.
Daar was het al heel gezellig, totdat een klein papiertje over tafel werd geschoven. Het papiertje ging van Betty naar Coby. Coby schoof het papiertje naar Marga en Marga gaf het fijn weer terug aan Betty.
Uiteindelijk ging het papiertje met het adres van de webmaster van de FLAL met mij mee naar huis en schrijf ik nu dit stukje (bedankt meiden!)
Samen met Ingrid ging ik op pad. Heel veel wind, maar het was gelukkig droog.
Tot de eerste rust liepen we heerlijk over fiets- en betonpaden. We waren na 10 kilometer alweer helemaal bij gekletst (deze wandelingen zijn voor ons heerlijk therapeutisch).
Het was ons nog iets te vroeg voor koffie, dus liepen wij al kletsend door. Op de Waddenzeedijk werden we ingehaald (het zal niet) door Jan en Coby.
Doordat er wel erg veel wind stond besloten wij niet op de Zeedijk te lopen, maar lekker op de weg te blijven.
Na een aantal kilometers hadden we de samenkomst met de 40km wandelaars.
Het was een lang recht stuk (zeedijk).Rechts de dijk en links grasland.
Het gaat ons niet om wat je ziet maar om wat je hoort en Jan zat op zijn praatstoel dus dat kwam goed.
Er stonden langs de dijk allemaal vogelspotters. Ze maakten flink wat foto’s van vier rare vogels met een rugzak.
Na jaren van fantaseren over de naam Sexbierum (Jan heeft hier ook nog een vreemde uitleg over) besloot ik om het op te zoeken.
Bierum = huis of schuur en Sex komt van Sixtus Paus Sixtus de 2e (echt waar!).
Sexbierum = het huis van paus Sixtus de 2e (uit gefantaseerd).
Bij de tweede rust trakteerde Jan op koffie. Ook ontmoetten wij daar iemand die alle talen sprak , behalve BETALEN (wij noemen geen namen).
Na de rust ging Jan er als een speer vandoor en liet ons in het stof achter.
Na een kilometer kwam ik erachter dat ik mijn fototoestel was vergeten bij de rust maar gelukkig lag hij daar nog.
Met frisse moed gingen wij weer op pad.
Er was een beste wind tegen en toen wij dachten ‘erger kan niet’, ging het regenen.
De poncho’s gingen aan en praten was niet meer mogelijk.
Bij het fietstunneltje was aangekomen kwam ik erachter dat we allebei een andere kant op waren gewaaid.
Met onze hoofden naar beneden kwamen we aan in de haven van Harlingen. Daar was gelukkig minder wind en zo konden we nog wat bekijken.
Bij de rust in de Waddenhal mochten we gelukkig naar binnen want het regende (BIJ DROOG WEER BUITEN WACHTEN stond er op de deur). Daar troffen wij Betty en Marga weer die ook zo genoten van de wind.
Na de rust nog steeds regen, maar de wind in de rug HOERA! Onderweg kwamen wij nog iemand tegen die ons vroeg ‘JO MOATTE DE BUS HELJE’ (moeten jullie de bus halen)? Was het maar waar.
We liepen langs het prachtige station en een parkje met een mooi grindpad en kunst.
Het was droog maar toen kwam de volgende uitdaging: een prachtige grasdijk die was omgetoverd in moeras en bagger.
Met de schoenen vol met klei kwamen we aan op het GGZ terrein waar prachtige gedichten langs het pad stonden die geschreven waren door cliënten.
Op naar de finish. Waar wij droog aankwamen en nog gezellig hebben nagezeten.
Eén ding is zeker: alle zorgen en problemen zijn opgelost en weggewaaid op deze 50km .
Ik kan niet wachten tot volgende week, dan gaan we naar Spier.
Groet van mij en oant nije wike. (Nicole Kovacs)
https://flal.nl/verslagen/archief-wandelverslagen/19-verslagen/119-verslag-franeker-20200229#sigProId11b3873fdc