Terug naar de homepage
Terug naar de homepage
Terug naar de homepage
Terug naar de homepage
Terug naar de homepage
Terug naar de homepage
Terug naar de homepage
Terug naar de homepage

Laatst bijgewerkt: dinsdag 9 april 2024.

De FLAL is met enige regelmaat te gast in mijn woongemeente Súdwest Fryslân. Zaterdag 19 november waren we er opnieuw, de start en finish waren deze keer in Scharnegoutum (Skearnegoutum). De plaats is ontstaan op en terp, gelegen aan de toenmalige Middelsee, die rond 1300 is drooggelegd. Bij afgravingen van de terp zijn spullen aangetroffen uit de 4e eeuw. Scharnegoutum ligt bij mij om de hoek, dus heb ik opnieuw de eer een stukje voor jullie te mogen schrijven.

 

Rond kwart over 7 stap ik goedgemutst op de fiets. De term “goedgemutst” is hier ook letterlijk zo bedoeld, want de officiële FLAL-muts voldoet aan de hoogste verwachtingen. Achter de verspreid liggende boerderijen zie ik de zon opkomen. Een prachtige rode gloed betekent voor mij eigenlijk al één van de mooiste momenten van de hele dag.

 

Klokslag 8 uur verlaten wij het dorp en zetten koers richting Ysbrechtum. Al na een paar kilometer slaan we linksaf en naderen we het Harinxmaland, de nieuwste woonwijk van Sneek. De wijk grenst aan de Zwette, die wij een paar honderd meter volgen, op een gedeelte van wat vroeger het jaagpad heette. Het pad had ten doen de skûtsjes met handkracht voort te bewegen, als ze te weinig wind in de zeilen hadden. Vaak was er ook sprake van kinderarbeid.

 

We vervolgen onze reis langs de camping bij Loënga (Loaiingea) en arriveren in Goënga (Goaiingea), Beide dorpen zijn ontstaan ten oosten van de toenmalige Middelsee. Dat geldt ook voor Sibrandabuorren, Tersoal en Poppenwier. Voor zover ik weet zijn de Friese namen inmiddels ook de officiële plaatsnamen. Ze zijn ontstaan in de “lage landen”, de “Lege Geaen”, waarnaar de tocht genoemd is. De beide eerste dorpen lopen we in een rechte lijn, maar in Poppenwier nemen we een afslag naar rechts naar een heel mooi bruggetje en aantal nauwe straatjes. Het zorgt bij mij voor een Anton Pieck – beleving.

 

Aanvankelijk liep ik mee in een heel leuke en onderhoudende groep, maar kort voor Sibrandabuorren ontdek ik een mobiel toilet en besluit tot een sanitaire stop. Het gevolg was, dat ik de rest van de tocht alleen heb mogen afleggen. Was geen probleem, zeker omdat ik ter plaatse goed bekend ben. Ik loop verder, via Raerd naar Jirnsum, met onderweg nog even een uitstapje naar het kerkdorp Friens. Hier staat op de gedeeltelijk afgegraven terp het kerkje dat dateert van 1795 en dat in 1906 is verbouwd.

 

Wie houdt van heel mooie vergezichten, kwam vooral in het eerste deel van de tocht volop aan zijn trekken. Het was Friesland op zijn mooist, jammer alleen dat de wolken het lieten afweten. We naderen Jirnsum via een leuk pad met een klaphekje en een mooie belendende waterpartij. In het dorp houd ik pauze en zie nog net “mijn groep” weer vertrekken.

 

Ik wordt gastvrij ontvangen in het dorpshuis “It Kattehûs”. Ter plaatse heb ik begrepen, waarom de Friese tolken bij de rechtbank soms onmisbaar zijn., want ik heb enige vertwijfelde wandelaars moeten helpen om “Gurbe” en “Loltsje” van elkaar te onderscheiden. Het was de benaming van de beide sanitair-groepen. De uitleg werd enigszins bemoeilijkt, omdat “Loltsje” nogal een jongensachtig voorkomen had.

 

Ik verlaat Jirnsum en zie rechts de boerderij waar Atje Keulen – Deelstra altijd gewoond heeft. Vlak voor de brug “De Oude Schouw” buig ik af naar rechts en vervolg mijn weg langs het Prinses Margriet kanaal. De wind in de rug en het zonnetje er volop bij, het kon eigenlijk niet mooier. Na een half uur bereik ik de jachthaven “Sneekerhof”, waar een aantal grote zeiljachten in afwachting van de winter in slagorde naast elkaar zijn opgesteld.

 

Ik wandel over een schutsluis en nader de boorden van het Sneeker Meer, die hier op z’n breedst is. Als het weer een beetje meezit, kan je vanaf hier gemakkelijk de toren van Spannenburg onderscheiden. Ik passeer het J S Gerbrandy- gemaal, dat er voor zorgt dat het waterpeil in de achterliggende polder op peil blijft.

 

Via Offingawier (Offenwier) ga ik richting Sneek, waar ik in de stadwijk De Oudvaart een prachtige looproute over het water ontdek. Vlak daarna nog een korte wandeling langs de Middelsérûte vlak langs de camping waar we eerder op de dag passeerden. Het was het enige stukje onverhard terrein, dat we op de tocht tegenkwamen. En de finish komt in zicht.

 

Het was een prachtige tocht. Ik wil namens alle 335 deelnemers iedereen, die dat voor ons mogelijk heeft gemaakt, daarvoor hartelijk dank zeggen. Aan de langste afstand namen 68 wandelaars deel, waarvan ik er 2 nog even speciaal nog even wil bedanken: Nicole en Ingrid bedankt voor de loftuitingen na afloop van de tocht!

 

Piet van Gorkum